Interview met Martin Grunwald

Waarom we niet zonder het gevoel van aanraking kunnen

Volgens professor Martin Grunwald, experimenteel psycholoog en hoofd van het Haptic Research Laboratory in Leipzig (Duitsland), is het gevoel van aanraking belangrijker voor ons overleven dan zien, horen, ruiken en proeven. We spraken met hem over nabijheid en de overlevingsstrijd van aanraking tijdens de pandemie.

"Het is niet verwonderlijk dat jongeren voortdurend de aandacht van de media trekken door de beperkingen te overtreden."
1

Omgaan met fysieke afstand

Als het gevoel van aanraking belangrijk is om te overleven, hoe kunnen we dan deze tijden overleven waarbij we alleen voorwerpen mogen aanraken en een fysieke afstand tot anderen in acht moeten nemen?

Er zijn veel factoren die bepalen hoe mensen reageren op contactbeperkingen. Een baby of peuter is meestal niet in staat om het gebrek aan fysiek contact te compenseren en wordt in het ergste geval psychisch en lichamelijk ziek. Bij jonge mensen – oftewel jonge, postpuberale volwassenen – is er normaliter sprake van een levendige fysieke uitwisseling binnen hun leeftijdsgroep. Hoewel de zoektocht naar een partner dit contact deels motiveert, wordt het ook veroorzaakt door de omvang van de communicatie in deze leeftijdscategorie, die normaal gesproken groter is. Deze leeftijdsgroep vindt het natuurlijk moeilijk om zich aan de contactrestricties te houden. Toch zijn er nog steeds kritische vragen voor iedereen in deze leeftijdsgroep: Hoe en waar gaan ze wonen, en met wie? Wanneer en hoe zijn ze een aantrekkelijk persoon voor anderen? En wie zullen zij zelf aantrekkelijk vinden? Echt contact, oftewel fysiek contact met andere mensen is essentieel om deze vragen te beantwoorden. Dat kan uiteindelijk niet online of digitaal beslist worden. Het is niet verwonderlijk dat deze leeftijdsgroep voortdurend de aandacht van de media trekt door de beperkingen te overtreden. Voor mensen van middelbare en gevorderde leeftijd bepaalt de individuele aanleg hoe zij het gebrek aan fysieke interactie verwerken. Als het leven zich afspeelt binnen een gezin of een partnerschap, dan kunnen deze sociale middelen – idealiter – de algemene fysieke afstand tijdens deze pandemie compenseren. Als iemands leven zich echter kenmerkt door een algemeen sociaal isolement, dan is er een ernstig risico op lichamelijke en geestelijke ziekten. Dit is een algemeen effect van eenzaamheid en dat manifesteert zich ook buiten de pandemie. Voor sociale zoogdieren zoals wij kunnen beide uitersten op de lange termijn levensbedreigend worden: zowel het gebrek aan contact met andere mensen als overmatige nabijheid en het gebrek aan mogelijkheden om ons terug te trekken. Tegelijkertijd is de optimale situatie voor elke persoon anders. Niet iedereen heeft in dezelfde mate behoefte aan fysiek contact. De gewenste intensiteit van het fysieke contact en de duur van het contact verschillen van persoon tot persoon en ook tussen de leeftijden. Dat betekent dat elke persoon zijn eigen persoonlijke strategie moet ontwikkelen voor deze roerige tijden tijdens de pandemie. Zo kan hij of zij reageren op de radicaal veranderde omgevingssituaties. In de meest ongelukkige situaties zoeken mensen hun toevlucht in drugs, alcohol en buitensporig geweld. In de beste scenario's geven mensen elkaar een welzijnsmassage of zoeken ze vergelijkbare professionele diensten. (Dit kan ook met een mondkapje).
"Onszelf omhelzen leidt niet tot eenzelfde verlossende reactie die we ervaren als andere mensen ons omhelzen."
2

Zelfaanraking als middel tegen eenzaamheid?

U doet onderzoek naar het onderwerp haptiek. Wat is het verschil tussen aanraken en aangeraakt worden? Heeft zelfaanraking dezelfde effecten als aanraking door anderen?

De fysieke vervorming van onze lichaamsgrenzen, dat wil zeggen aanraking, is voor ons altijd een extreme gebeurtenis, zowel biologisch als psychologisch. Dat komt omdat het lichaam slechts enkele milliseconden de tijd heeft om te beslissen of de huidvervorming onschadelijk of schadelijk is voor het lichaam. We zijn niet erg voorzichtig als we aangeraakt worden door mensen die we vertrouwen; we verwachten dat een dergelijke aanraking gepast zal zijn. Het is echter wat anders als we aangeraakt worden door vreemden. We kunnen er niet volledig zeker van zijn dat de huidvervorming goed zal aflopen. Daarom leidt een aanraking door mensen die we persoonlijk vertrouwen ook tot aangename sensaties en ontspannende reacties, afhankelijk van de context en de situatie. Als vreemden ons aanraken, dan beoordeelt ons neuronensysteem eerst een grote hoeveelheid omgevingsinformatie en de specifieke prikkels van een aanraking om te zien of een aanraking een potentieel gevaar vormt. Alleen als deze beoordeling positief uitpakt, kan een dergelijke aanraking positieve gevoelens ontwikkelen. Haptische prikkels die andere mensen toepassen, veroorzaken dus een groot aantal biologische en psychologische processen bij de mensen die aangeraakt worden.
Deze processen zijn totaal anders dan wanneer we onszelf aanraken. De neuronen in onze hersenen houden alle bewegingen die we maken constant bij, zodat de hersenen er ook van op de hoogte zijn als we onszelf aanraken. Specifieke informatiekanalen naar de hersenen zijn geblokkeerd wanneer we onszelf aanraken. Dit betekent dat er hele andere neurobiologische effecten zijn dan wanneer iemand anders ons aanraakt. Deze remmende processen voorkomen bijvoorbeeld ook dat we onszelf kunnen kietelen; onze hersenen "weten" dat wij een aanraking uitvoeren. Omdat ons brein zo werkt, betekent dat ook dat onszelf omhelzen niet tot eenzelfde verlossende reactie leidt die we ervaren als andere mensen ons omhelzen.
"De relatie tussen elke persoon is bepalend voor elke vorm van fysieke interactie."
3

Moeilijkheden bij de eerste stap zetten voor een aanraking

Uit onze studies bleek dat mannen meer moeite hebben om de eerste stap te zetten bij een aanraking dan vrouwen, ondanks het feit dat zij deze aanraking zelf graag zouden ervaren. Hoe verklaart u deze verschillen?

In elke cultuur en regio is er sprake van specifieke manieren om de fysieke aanraking tussen mensen te verwerken. Dit geldt zowel voor de lichamelijke communicatie tussen mensen van hetzelfde geslacht als voor de communicatie tussen de mensen met verschillende geslachten. Fysieke interactie is geen triviale zaak, dus mannen en vrouwen besteden hier logischerwijs meer aandacht aan. De relatie tussen elke persoon en de situatie waarin zij zich bevinden zijn bepalend voor elke vorm van fysieke interactie. Hoe meer we een ander persoon vertrouwen en hoe veiliger we ons voelen in de betreffende situatie, des te meer we openstaan voor de signalen voor lichamelijke interactie die de ander uitzendt.
4

Touchpad als vervanging voor aanraking?

Je beschouwt het touchpad niet als een vervanging voor aanraking en tactiliteit, omdat we "levende wezens met een driedimensionale structuur" zijn. Kunnen we onder de huidige omstandigheden echter technologie gebruiken om solidariteit te creëren totdat we andere mensen weer fysiek kunnen aanraken?

Gebruik maken van dingen is altijd een goed advies. Het is echter geen verrassing dat we ons niet helemaal op ons gemak voelen, ondanks de technologische ondersteuning. Het zien en horen van anderen kan een aanvaardbare manier zijn om gedurende een beperkte periode deze moeilijke situatie te doorstaan. Voor de meeste mensen begint echter na zes maanden een cruciale fase waarin het verlangen naar analoog, fysiek contact met anderen steeds groter wordt.
"Onze behoefte aan sociaal contact met anderen zal waarschijnlijk groter zijn dan onze angst voor infectie."
5

Het "nieuwe normaal" nadat de pandemie voorbij is?

Laten we onze blik eens op de toekomst richten. Hoe zal onze behoefte en verlangen naar aanraking zich ontwikkelen als de pandemie eenmaal voorbij is? Wat zal het "nieuwe normaal" zijn voor wat betreft aanraking en tastzin?

Mensen behoren tot de klasse van de zoogdieren. Als baby's en kleine kinderen groeien we op met extreem intiem lichamelijk contact met onze sociale systemen. Onze soort heeft deze hoge contactfrequentie in de eerste levensjaren nodig om te overleven en te groeien. Deze ervaring vormt ons voor het leven en wordt als gevolg daarvan in ons sociale en cognitieve DNA gebrand. Onze soort heeft in het verleden plagen en cholera overleefd en de lichamelijke communicatie van onze soort is daardoor niet blijvend veranderd. Onze behoefte aan sociaal contact met anderen zal waarschijnlijk groter zijn dan onze angst voor infectie. Naar mijn mening hebben het coronavirus en andere tegenslagen invloed op onze lichamelijke communicatie op de korte termijn, maar niet op de lange termijn.
Martin Grunwald

Prof. Dr. Martin Grunwald

Experimenteel psycholoog

Prof. Dr. Martin Grunwald heeft een graad in de psychologie van de Universiteit van Leipzig (Duitsland). In 1996 richtte hij het Haptics Research Laboratory op aan het Paul Flechsig Institute of Brain Research van de Universiteit van Leipzig, waar hij sindsdien leiding aan geeft.